Nederlandse innovaties bij de Olympische Spelen

WBSO.biz

Bij de Olympische Spelen is kracht en uithoudingsvermogen nog altijd het belangrijkst, toch neemt de invloed van technologie snel toe.

Jaar na jaar worden in de sport de marges tussen goud en zilver kleiner. Tijdens deze Olympische Spelen zien we het dagelijks: winst of verlies op een honderdste van een seconde. Als de marge zo klein is, speelt elk detail een rol. In aanloop van deze Spelen is dan ook flink geëxperimenteerd met allerhande technologische innovaties. Een overzicht van welke nieuwigheden we zo al voorbij zien komen.

Zwemmen

De innovatie in zwempakken heeft een roerige tijd achter de rug. Een aantal jaar terug deden de ‘haaienpakken’ hun intrede. Gladde zwempakken van onder andere het plastic polyurethaan die bijna het hele lichaam bedekten. Dat leverde veel minder weerstand op, het materiaal was zo veel gladder dan de huid. Records sneuvelden bij bosjes. Tijdens de Europese kampioenschappen kortebaanzwemmen 2008 bijvoorbeeld. Toen werden 17 records verbroken.

Tijdens de Wereldkampioenschappen zwemsporten in 2009 werd het nog gekker. Door de liefst 43 wereldrecords die toen gezet werden, kwam dat kampioenschap bekend te staan als de plastic spelen. Vooral het Arena X-Glide zwempak dat Duitser Paul Biedermann droeg was opvallend. Spiegelglad met extra drijfvermogen; technische doping. De Duitser zwom toen onder andere favoriet Michael Phelps er met gemak uit.

In 2010 voerde internationale zwembond FINA nieuwe regels in: pakken mogen alleen nog van textiel zijn. Bij mannen mag een zwembroek maximaal van taille tot knie lopen, vrouwen mogen een zwempak van schouder tot knie, maar met open rug. De Powerskin Carbon Pro van Arena is zo’n nieuw, goedgekeurd pak. Gemaakt van koolstofvezel maakt het gebruik van intelligente spiercompressie.

De koolstofvezel drukt het lichaam precies ver genoeg in elkaar om winst op te leveren maar beknelling van spieren te voorkomen. Onder andere Ranomi Kromowidjojo draagt dat koolstofvezel pak van Arena. Maar de potentiële tijdswinst is niet te vergelijken met de plastic pakken van voor 2010.

Bij de start kan het pak haar zo’n 0,11 seconde winst opleveren en nog eens zo’n 0,12 seconde op het keerpunt. Het lijkt weinig, maar zulke fracties zijn het verschil tussen zilver en goud wanneer Kromowidjojo vanavond de finale 100 meter vrije slag zwemt.

Ook tijdens de training maken de zwemmers al gebruik van technologie. In zwembad De Tongelreep in Eindhoven staat het startanalysesyteem van InnoSportLab. In aanloop naar de Spelen sprongen de zwemmers steeds in het water om er direct weer uit te komen en het resultaat terug te kijken. Twee speciale slowmotion-camera’s nemen passagetijden, slagfrequentie, slaglengte, keerpunten en de starttijd na 15 meter op.

Allemaal op zoek naar de kleinst mogelijke plons, de meest soepele beweging. Kan zomaar weer een honderdste seconde tijdswinst in zitten. Nu, tijdens de Spelen, gaat die analyse gewoon door. In de nok van het Aquatics Centre in Londen zitten twee wetenschappers van InnoSportLab. Zo heeft heeft zwemcoach Jacco Verhaeren vlak na iedere training of wedstrijd grafieken op zijn laptop staan.

Zeilen

Nederlandse zeilers maakten al tijdens hun training gebruik van innovaties. In de zeilsport is een goed overzicht van de omgeving van groot belang. Daar werd op getraind met een Mobile Eye: een Google Glass-achtige bril die steeds opneemt waar de zeiler precies kijkt. Deze beelden kunnen naderhand geanalyseerd worden om zo kijkgedrag te verbeteren. Dat maakt dat zeilers zekerder en rustiger in hun boot zitten.

Roeien

Chemieconcern DSM werkt al jaren samen met NOC*NSF. Deze Spelen zien we hun innovaties onder andere terug in de roeiploeg. De Holland Acht, de vrouwenacht en de lichte mannenvier maken allemaal gebruik van boten die versterkt zijn met een speciaal composiet op basis van koolstofvezel. De roeiboten zijn daardoor lichter en 25% stijver dan veel reguliere sportroeiboten.

Die stijfheid helpt bij het opvangen van de krachtexplosie die vooral bij de start maar ook bij iedere volgende roeibeweging vrijkomt. Hoe minder een roeiboot vervormt, hoe minder wrijving met het water. Roeiers kunnen snelheid zo beter opbouwen en langer vasthouden. De vrouwenacht wonnen vandaag brons met hun DSM-boot.

Wielrennnen

Ook de Nederlandse wielerploeg maakte deze Spelen gebruik van innovaties van DSM. Ze droegen kleding die versterkt is met de schuurvaste vezel Dyneema. Je zou het nog het beste kunnen vergelijken met Kevlar, al is het vele malen lichter. Dyneema is door DSM ontwikkeld, volgens het chemiebedrijf is het ’s werelds sterkste vezel. De stof is goed bestand tegen wrijving en schuurt of snijdt niet. Dat maakt Dyneema de perfecte lichtgewicht bescherming voor sporters.

Dyneema is voor deze Spelen voor het eerst in bestaande kleding van renners aangebracht. De stof zit op kwetsbare plekken als buitenkant bovenbeen en onderkant rug. Op die plekken is de stof wat dikker, door de eigenschappen van Dyneema merkt de renner daar echter niks van.

Belangrijk omdat renners tot nu toe nog altijd rondrijden in flinterdunne polyester tenues. Vallen op hoge snelheid staat in zo’n geval gelijk aan spiernaakt op je snufferd gaan. Niet fijn. En ook hier geldt: winst of verlies kan van een honderdste van een seconde af hangen. Schaaf-, brand-, en snijwonden en botkneuzingen op armen en benen kan een renner zo’n honderdste seconde en daarmee de winst kosten.

Bron: www.bright.nl

Subsidie voor innovaties

De Nederlandse overheid stimuleert het produceren van innovatieve producten o.a. via de WBSO-subsidie, RDA-subsidie en Innovatiebox. Veel ondernemers maken gebruik van deze regelingen die zorgen voor een stukje ondersteuning bij het aangaan van ontwikkelingskosten. De innovatiebox is extra interessant. Onder voorwaarden kunnen ondernemers in aanmerking komen voor zeer lage vennootschapsbelasting (5% !!), maar hiervoor zullen de ondernemers eerst WBSO toegewezen moeten krijgen.

Voor meer informatie over de WBSO, RDA en Innovatiebox neemt u contact op met www.wbso.biz op, via Tel 0570-763764 of [email protected].

Nieuwe Innovatie Attachés benoemd

WBSO.biz

Agentschap NL heeft 2 nieuwe Innovatieraden en 2 nieuwe Innovatie Attachés benoemd voor een periode van 4 jaar. Zij starten deze zomer in hun nieuwe functie.

Nieuwe IA-posten

Het betreft tevens 2 nieuwe posten, te weten in Brazilië en Rusland. Daar waren eerder geen Innovatie Attachés actief, maar gezien de opkomst van deze economieën neemt het belang aan bevordering van technisch-wetenschappelijke samenwerking met deze landen snel toe.

Moskou

Mevrouw drs. J. ten Holter wordt Innovatie Attaché in Moskou en zal deze nieuwe post gaan opzetten vanuit de ambassade. Joyce ten Holter is sinds 2004 in dienst bij het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). Momenteel werkt zij als Rusland-coördinator bij Agentschap NL.

San Francisco

De heer dr. R. Thijssen wordt Innovatie Attaché in San Francisco. Hij volgt daarmee Marc Nellen op die teruggekeerd is naar het departement in Den Haag. Robert Thijssen is sinds 2007 in dienst bij het ministerie van EL&I. Hij is nu beleidsmedewerker bij de directie Kennis en Innovatie van het directoraat-generaal voor Bedrijfsleven en Innovatie.

Washington

De heer drs. R. Kleinenberg wordt Innovatieraad in Washington. Roger Kleinenberg is sinds 1985 in dienst bij het ministerie van EL&I. Momenteel werkt hij bij Agentschap NL als Coördinator Investeringsklimaat en Innovatie bij the Netherlands Foreign Investment Agency.

Sao Paulo

De heer ir. T. Groothuizen wordt Innovatieraad in Sao Paulo. Theo Groothuizen is sinds 2006 in dienst bij het ministerie van EL&I. Hij was eerder werkzaam als Technisch-Wetenschappelijke Raad in New Delhi.

Buitenlandnetwerk Agentschap NL

Vanuit de verschillende Nederlandse ambassades houden medewerkers van Agentschap NL – als onderdeel van het ministerie van EL&I – zich bezig met bevordering van technisch-wetenschappelijke (R&D-) samenwerking tussen Nederlandse topsectorspelers en buitenlandse bedrijven en kennisinstellingen. Daarnaast zijn er medewerkers voor handels- en investeringsbevordering (NFIA), en Landbouw Attachés.

Netwerk van Innovatie Attachés

Het Netwerk van Innovatie Attachés heeft van het ministerie van EL&I de opdracht om technisch-wetenschappelijke en strategische samenwerking voor en met Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en overheidsorganisaties die actief zijn in het buitenland te bevorderen. Het gaat om het stimuleren van (R&D) netwerken tussen bedrijven en kennisinstellingen in landen waar de attachés actief zijn en het initiëren van innovatieve R&D-samenwerkingsverbanden. Door Nederlandse topsectoren te ondersteunen in hun internationale en strategische R&D-ambities verbeteren Innovatie Attachés het innovatievermogen van Nederland. Het Netwerk van Innovatie Attachés is onder meer actief vanuit Nederlandse vertegenwoordigingen in Duitsland, Zwitserland, Frankrijk, de Europese Unie, in Israël, de Verenigde Staten, Canada, India, Japan, China, Singapore, Taiwan en Zuid-Korea. De thuisbasis van het IA-netwerk is onderdeel van Agentschap NL.

Bron: AgentschapNL

Rabobank beloont innovatieve ondernemers

WBSO.biz

BOXMEER – Rabobank Land van Cuijk & Maasduinen heeft zeven bedrijven uit de regio beloond voor hun innovatieve, vernieuwende ideeën. Tijdens een speciale felicitatielunch ontvingen Venamics, Ingredients4Health, Elzenfarm, Geurts Hout, Stichting Dedicon, FysioSupport en De Haas Haps een aanmoediging van 1.500 euro per bedrijf. Tijdens het Rabo Business Event op 23 augustus worden de vier winnaars bekend gemaakt. Naast het geldbedrag waren de ondernemers vooral verguld met de waardering die ze kregen voor hun inspanningen.

Via het Fonds Vernieuwend Ondernemen biedt de Rabobank ondernemers al sinds 2006 een financieel duwtje in de rug bij de realisatie van een veelbelovende innovatie of vernieuwend idee. In 2012 dienden maar liefst 27 bedrijven een inzending in. Onder voorzitterschap van Harald Klijnman, directeur Bedrijven van Rabobank Land van Cuijk & Maasduinen, beoordeelde de beoordelingscommissie die bestaat uit vijf leden de inzendingen op een vijftal aspecten: innovatiegehalte, maatschappelijk verantwoord ondernemerschap, klantgerichtheid, het belang voor de regio en rentabiliteit. De winnaars zijn:

Venamics

Venamics houdt zich bezig met advisering, projectmanagement en engineering betreffende de automotive sector. Hun innovatieve idee omvat de ontwikkeling van een optische sensor-module, zodat metingen van de sliphoek van voertuigen voor meerdere bedrijven en instanties betaalbaar en toegankelijk worden. Deze metingen dragen bij aan het beoordelen en verbeteren van de voertuigveiligheid.

Ingredients4Health

Ingredients4Health is actief in natuurlijke voedingsmiddelen ter verbeteringen van de gezondheid. Zij willen een nieuw melk vervangend product op de markt brengen, wat onder licentie in Boxmeer wordt geproduceerd. Deze lactosevrije melk wordt gemaakt van speciale lijnzaadolie, is 100% natuurlijk en voldoet aan vele gezondheidsclaims. Het product wordt tevens gekoppeld aan het ‘Klaartje Derks fonds’.

Elzenfarm

Elzenfarm, speler op de markt van melkveehouderij, spant zich in voor de ontwikkeling van een nieuwe ploegmethode. Door te ploegen met een eg als alternatief voor een vorenpakker of aandrukrol wordt de grond omgekeerd en verkruimelt. Deze ploegmethode verbruikt minder brandstof, voorkomt dichtslempen van de grond en verbeterd de benutting van mineralen, waardoor de gewassenopbrengst verbeterd.

Geurts Hout

De werkzaamheden van Geurts Hout BV variëren van exclusieve trappen tot speciale betimmeringen en restauratiewerk. Zij staan nu tevens klaar voor de productie van wandpanelen van gekloofd hout, een nieuwe duurzame vorm van wandbekleding waarbij gewerkt wordt met gerecycled zaaghout. De uitvoering zal plaats vinden door mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking.

Stichting Dedicon

Stichting Dedicon helpt organisaties bij het aanbieden van informatie en lectuur op maat, zoals gesproken kranten, brochures in braille en digitale schoolboeken voor dyslexiesoftware. Ter bevordering van de leesvaardigheid van moeilijk lezende leerlingen willen zij de applicatie ‘LEZERGAME’ ontwikkelen. De canon van de jeugdliteratuur zal door lezen en luisteren tegelijkertijd ook voor hen beschikbaar worden.

FysioSupport

FysioSupport is een aanbieder van fysiotherapiebehandelingen voor diverse lichamelijke klachten. Naast de huidige mogelijkheden willen zij nu ook oefen- en trainingsruimtes creëren met een aangepaste atmosfeer, de zogenoemde hoogtekamers. Trainen in een zuurstofarme omgeving geeft extra prikkels aan het herstelmechanisme van het lichaam, waardoor behandeling effectiever worden.

De Haas

Bakkerij de Haas uit Haps is regionaal bekend om het vervaardigen van brood en banket. Om in een kortere tijd meer te kunnen produceren willen zij de banketproductie stroomlijnen en efficiënter organiseren middels lopende banden, vulmachines en vaste werkplekken. Deze productiemethode verbetert de concurrentiepositie, waardoor nieuwe markten betreden kunnen worden.

Bron: www.kliknieuws.nl

Subsidie Rijksoverheid wellicht ook mogelijk

Ook de Nederlandse overheid stimuleert het produceren van innovatieve producten o.a. via de WBSO-subsidie, RDA-subsidie en Innovatiebox. Veel ondernemers maken gebruik van deze regelingen die zorgen voor een stukje ondersteuning bij het aangaan van ontwikkelingskosten. De innovatiebox is extra interessant. Onder voorwaarden kunnen ondernemers in aanmerking komen voor zeer lage vennootschapsbelasting (5%!!), maar hiervoor zullen de ondernemers eerst WBSO toegewezen moeten krijgen.

Voor meer informatie over de WBSO, RDA en Innovatiebox neemt u contact op met www.wbso.biz op, via Tel 0570-763764 of [email protected].

Europese normen voor bio-based producten

WBSO.biz

De Europese Commissie heeft gevraagd of NEN per 1 augustus projectmanager wil zijn van een onderzoeksproject voor Bio-based producten. Met het project wil de EC steun geven aan de normalisatie van bio-based producten. NEN heeft al eerder aan dergelijke programma’s deelgenomen, maar nog nooit als projectmanager.

De normen voor bio-based producten worden op Europees niveau ontwikkeld in CEN/TC 411, waarvan NEN Energiewinning het secretariaat voert. Logisch dus dat NEN betrokken is in dit Zevende Kader Onderzoeksprogramma dat een totale investering van 4 miljoen euro omvat. Minder gebruikelijk is dus dat NEN ook het internationale projectmanagement doet. Dit is echter wel een dienst die NEN al geregeld nationaal heeft aangeboden.

Vier hoofdonderwerpen

Het project, onder het acroniem KBBPPS (Knowledge Based Bio-based Products’ Pre-Standardization), is officieel op 5 juli goedgekeurd en loopt drie jaar. Het betreft een programma met vier hoofdonderwerpen voor bio-based producten:

  • ontwikkeling van methodes voor de bepaling van het biologisch koolstofgehalte;
  • ontwikkeling van methodes voor de bepaling van het totale biogene gehalte;
  • overzicht van drempels ten aanzien van de functionaliteit;
  • verbetering van methodes om bio-afbreekbaarheid te testen.

Partners zijn de universiteiten van Athene, York en Wageningen en verder Nova uit Hürth bij Keulen, OWS uit Gent en ECN in Petten. Verder zijn Amerikaanse, Franse en Nieuw-Zeelandse partijen betrokken en enkele Europese brancheorganisaties. De groep is ook al gestart met de opzet van een consortium voor nieuwe onderzoeksprogramma’s voor de ‘Knowledge Based Bio-Economy’.

Bron: www.duurzaamnieuws.nl

Subsidies voor de ontwikkeling van bio-based producten

De Nederlandse overheid stimuleert het produceren van bio-based producten o.a. via de WBSO-subsidie, RDA-subsidie en Innovatiebox. Veel ondernemers maken gebruik van deze regelingen die zorgen voor een stukje ondersteuning bij het aangaan van ontwikkelingskosten. De innovatiebox is extra interessant. Onder voorwaarden kunnen ondernemers in aanmerking komen voor zeer lage vennootschapsbelasting (5%!!), maar hiervoor zullen de ondernemers eerst WBSO toegewezen moeten krijgen.

Voor meer informatie over de WBSO, RDA en Innovatiebox neemt u contact op met www.wbso.biz  op, via Tel 0570-763764 of [email protected].

Franse automotive-sector zet in op elektrische auto’s

WBSO.biz

Bron: AgentschapNL

Om de Franse automotive-sector in deze crisistijd tegemoet te komen, overweegt de Franse overheid financiële ondersteuning te geven als stimulering voor de ontwikkeling van energiezuinige en milieuvriendelijke voertuigen. Daarbij gaat het met name om elektrische voertuigen, hybride-oplaadbare auto’s en auto’s met brandstofcellen.

Belangrijkste industrietak

De Franse automotive-sector is de belangrijkste industrietak van het land. De branche is goed voor zo’n 15% van alle Franse private R&D-investeringen. Merken als Renault, Peugeot en Citroën zijn wereldwijd bekend. Ze zorgen voor de meeste patentregistraties in Frankrijk. Andere grote, innovatieve bedrijven in deze sector zijn toeleveranciers Valeo en Plastic Omnium.

Elektrische voertuigen

Vooral Renault zet in op de productie van zero emission vehicles. De autoproducent voorspelt voor elektrische auto’s een marktaandeel van 10% in 2020. Dit jaar schaalt Renault de productie van de elektrische versie van de Kangoo en de Fluence op. Ook lanceert het bedrijf de Twizy en de ZOE. De Mia Electric is een volledig elektrische compacte stadswagen die wordt gemaakt door de Franse autofabrikant Mia Electric.

Nederlandse automotive-sector word ook gesubsidieerd bij innovaties

Veel Nederlandse bedrijven kunnen voor hun innovatieve activiteiten ook subsidie ontvangen. Doorgaans kan er gebruik worden gemaakt van regelingen zoals de WBSO (subsidie op R&D-personeel), de RDA (subsidie op kosten en investeringen t.a.v. R&D, bijvoorbeeld voor prototypes) en onder voorwaarden kunnen bedrijven de vennootschapsbelasting zelfs naar beneden brengen (5% i.p.v. 20% of 25% belasting). Voor meer informatie neemt u contact op met de experts van www.wbso.biz.