Europese normen voor bio-based producten

WBSO.biz

De Europese Commissie heeft gevraagd of NEN per 1 augustus projectmanager wil zijn van een onderzoeksproject voor Bio-based producten. Met het project wil de EC steun geven aan de normalisatie van bio-based producten. NEN heeft al eerder aan dergelijke programma’s deelgenomen, maar nog nooit als projectmanager.

De normen voor bio-based producten worden op Europees niveau ontwikkeld in CEN/TC 411, waarvan NEN Energiewinning het secretariaat voert. Logisch dus dat NEN betrokken is in dit Zevende Kader Onderzoeksprogramma dat een totale investering van 4 miljoen euro omvat. Minder gebruikelijk is dus dat NEN ook het internationale projectmanagement doet. Dit is echter wel een dienst die NEN al geregeld nationaal heeft aangeboden.

Vier hoofdonderwerpen

Het project, onder het acroniem KBBPPS (Knowledge Based Bio-based Products’ Pre-Standardization), is officieel op 5 juli goedgekeurd en loopt drie jaar. Het betreft een programma met vier hoofdonderwerpen voor bio-based producten:

  • ontwikkeling van methodes voor de bepaling van het biologisch koolstofgehalte;
  • ontwikkeling van methodes voor de bepaling van het totale biogene gehalte;
  • overzicht van drempels ten aanzien van de functionaliteit;
  • verbetering van methodes om bio-afbreekbaarheid te testen.

Partners zijn de universiteiten van Athene, York en Wageningen en verder Nova uit Hürth bij Keulen, OWS uit Gent en ECN in Petten. Verder zijn Amerikaanse, Franse en Nieuw-Zeelandse partijen betrokken en enkele Europese brancheorganisaties. De groep is ook al gestart met de opzet van een consortium voor nieuwe onderzoeksprogramma’s voor de ‘Knowledge Based Bio-Economy’.

Bron: www.duurzaamnieuws.nl

Subsidies voor de ontwikkeling van bio-based producten

De Nederlandse overheid stimuleert het produceren van bio-based producten o.a. via de WBSO-subsidie, RDA-subsidie en Innovatiebox. Veel ondernemers maken gebruik van deze regelingen die zorgen voor een stukje ondersteuning bij het aangaan van ontwikkelingskosten. De innovatiebox is extra interessant. Onder voorwaarden kunnen ondernemers in aanmerking komen voor zeer lage vennootschapsbelasting (5%!!), maar hiervoor zullen de ondernemers eerst WBSO toegewezen moeten krijgen.

Voor meer informatie over de WBSO, RDA en Innovatiebox neemt u contact op met www.wbso.biz  op, via Tel 0570-763764 of [email protected].

Franse automotive-sector zet in op elektrische auto’s

WBSO.biz

Bron: AgentschapNL

Om de Franse automotive-sector in deze crisistijd tegemoet te komen, overweegt de Franse overheid financiële ondersteuning te geven als stimulering voor de ontwikkeling van energiezuinige en milieuvriendelijke voertuigen. Daarbij gaat het met name om elektrische voertuigen, hybride-oplaadbare auto’s en auto’s met brandstofcellen.

Belangrijkste industrietak

De Franse automotive-sector is de belangrijkste industrietak van het land. De branche is goed voor zo’n 15% van alle Franse private R&D-investeringen. Merken als Renault, Peugeot en Citroën zijn wereldwijd bekend. Ze zorgen voor de meeste patentregistraties in Frankrijk. Andere grote, innovatieve bedrijven in deze sector zijn toeleveranciers Valeo en Plastic Omnium.

Elektrische voertuigen

Vooral Renault zet in op de productie van zero emission vehicles. De autoproducent voorspelt voor elektrische auto’s een marktaandeel van 10% in 2020. Dit jaar schaalt Renault de productie van de elektrische versie van de Kangoo en de Fluence op. Ook lanceert het bedrijf de Twizy en de ZOE. De Mia Electric is een volledig elektrische compacte stadswagen die wordt gemaakt door de Franse autofabrikant Mia Electric.

Nederlandse automotive-sector word ook gesubsidieerd bij innovaties

Veel Nederlandse bedrijven kunnen voor hun innovatieve activiteiten ook subsidie ontvangen. Doorgaans kan er gebruik worden gemaakt van regelingen zoals de WBSO (subsidie op R&D-personeel), de RDA (subsidie op kosten en investeringen t.a.v. R&D, bijvoorbeeld voor prototypes) en onder voorwaarden kunnen bedrijven de vennootschapsbelasting zelfs naar beneden brengen (5% i.p.v. 20% of 25% belasting). Voor meer informatie neemt u contact op met de experts van www.wbso.biz.

45 Procent meer investeringen in energiebesparing en duurzame energie

duurzame energie, energiebesparing, subsidie, sde, biomassa

Bron: AgentschapNL

Bedrijven investeerden in 2011 fors meer in energiebesparende maatregelen en duurzame energie. Samen vroegen ze fiscale aftrek aan voor 1,5 miljard euro aan energie-investeringen, dit is 45 procent meer dan in 2010.

Bijna 640 miljoen euro werd uitgegeven aan het opwekken duurzame energie en 820 miljoen euro aan energiebesparende maatregelen. Dat staat in het jaarverslag van de Energie- Investeringsaftrek (EIA). Agentschap NL ontving in 2011 bijna 16.000 aanvragen voor een fiscaal voordeel, dit is beduidend meer dan voorgaande jaren.

De Energie-Investeringsaftrek (EIA), een regeling van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie stimuleert technische innovaties en groene groei via fiscale voordelen. Het fiscale voordeel voor bedrijven bedraagt in 2011 in totaal 116 miljoen euro. De meeste sectoren hebben in 2011 meer geïnvesteerd, vooral bedrijven in de sectoren energie, industrie, land- & tuinbouw, handel en dienstverlening. Een uitzondering vormen de bedrijven in de bouw & onroerend goed, zij investeerden minder dan in 2010.

Steeds meer gebouwen en processen energie-efficiënter

De meeste aanvragen zijn binnengekomen voor het realiseren van enerzuinige bedrijfsgebouwen, bijvoorbeeld voor warmtepompen, isolatie, energiezuinige verlichting en ventilatie. Ondernemers investeerden het meest in de processen voor het opwekken van duurzame energie, waarbij vooral de hogere investeringsbedragen opvallen in windenergie, bio-energie en zonne-energie. Zij dragen bij aan het realiseren van de Nederlandse doelstelling voor duurzame energie.

Flinke CO2-reductie

De investeringen die in 2011 door de EIA zijn ondersteund, leveren naar verwachting een CO2-reductie op van meer dan 1.000 kiloton per jaar en het verbruik van 530 miljoen m3 aardgas wordt voorkomen.

Over de Energie investerings Aftrek

De EIA valt onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en het ministerie van Financiën. Agentschap NL voert in samenwerking met de Belastingdienst de regeling uit. Met de EIA kunnen bedrijven 41,5 procent van de investeringskosten in energiebesparende technieken en duurzame energie aftrekken van de fiscale winst.

Wilt u gebruik maken van de EIA, neemt u dan contact met ons op.

Hightech bedrijven zien centrum van innovatie naar China verhuizen

WBSO.biz

Subsidie op innovatie

Is uw onderneming ook erg innovatief en wilt u een voorsprong opbouwen op de rest van de markt, neemt u dan eens contact met ons op. Het team van www.WBSO.biz onderzoekt voor u welke subsidiemogelijkheden u heeft en helpt u nu al bij het behalen van fiscaal voordeel in de toekomst. U kunt immers op basis van de WBSO-subsidie in aanmerking komen voor de innovatiebox (5% vennootschapsbelasting i.p.v. 20% of 25%!).

Onderzoek KPMG t.a.v. hightech bedrijven

Bestuurders van technologiebedrijven zien de Verenigde Staten en China als de mogendheden die de komende twee tot vier jaar kunnen gaan zorgen voor belangrijke doorbraken op technologiegebied.

Bijna één derde van de bedrijven geeft aan dat China wereldwijd de belangrijkste locatie gaat worden als het om innovatie gaat. China wordt gevolgd door de Verenigde Staten (29%), India (13%), Japan (8%) en Korea (5%). Ruim 40% verwacht dat Silicon Valley, de plek in de wereld als het om technologische innovatie gaat, binnen nu en vier jaar naar een andere locatie zal verhuizen.

Als belangrijkste kanshebber wordt door de bedrijven vooral China genoemd, gevolgd door India, Japan en Korea. Dit blijkt uit internationaal onderzoek van KPMG onder ruim zeshonderd bestuurders van bedrijven die actief zijn in de technologiesector.

“Steeds meer bedrijven in de wereld gaan ervan uit dat als het om ‘echte’ innovatie gaat de aandacht steeds verder naar het oosten zal worden verlegd”, zegt Stephen van den Biggelaar, partner bij KPMG en segmentleider Technology. Van den Biggelaar: “Tot nu toe heeft China met name bekend gestaan om zijn revolutionaire kostenmodellen, maar het ziet er naar uit dat het land nu ook op het gebied van innovatie het voortouw zal nemen.

China kent op dit moment een kwalitatief hoogwaardig onderwijssysteem dat niet onderdoet voor dat van andere grote landen, waardoor veel hoogopgeleide mensen de arbeidsmarkt betreden. In het land is dan ook min of meer een klimaat ontstaan dat de ontwikkeling van nieuwe technologieën stimuleert.”

Uit het onderzoek van KPMG blijkt voorts dat ruim 30% van de bestuurders verwacht dat internetbedrijven, zoals Google, Facebook en Amazon, binnen twee tot vier jaar marktleider zullen zijn als het om mobiel betalen gaat.

Technologiebedrijven als Apple, IBM en Oracle worden door 16% gezien als toekomstige marktleiders en 15% ziet de creditcard bedrijven, zoals Amex, Mastercard en Visa, als kanshebbers. Bijna 40% van de bedrijven ziet Apple als het meest revolutionaire bedrijf als het om innovatie gaat.

Google, Baidu, Yahoo en Comcast volgen met 24% en 20% noemt Microsoft en Oracle als het meest innovatief. Technologische innovatie binnen de onderneming moet volgens de bestuurders vooral gedreven worden door de chief executive officer. Bijna 30% ziet met name voor de hoogste baas een rol als het om vernieuwing van technologie gaat.

Ruim 20% geeft aan dat innovatie de verantwoordelijkheid is van de chief innovation officer. Van de onderzochte bedrijven ziet 15% het als een verantwoordelijkheid van de chief information officer en de afdeling onderzoek & ontwikkeling. Ruim de helft van de bedrijven hanteert de omzetgroei als maatstaf om de waarde van de innovatie te meten.

Voor 35% is dat het rendement van de investeringen en voor nog eens 35% het marktaandeel. Bijna 30% gebruikt de aanwas van nieuwe klanten als de belangrijkste maatstaf voor het beoordelen van het succes van innovatie. Van de onderzochte bedrijven geeft 30% aan dat veiligheid en het voldoen aan privacywetgeving de belangrijkste obstakels vormen voor het commercialiseren van nieuwe technologieën.

Eén op de vier bedrijven geeft aan dat het vinden van kapitaal de grootste belemmering vormt en 24% houdt het op de complexiteit van de nieuwe technologie. Ruim 20% ziet de adoptie door de consument en het overheidsbeleid als de belangrijkste beren op de weg.

Van den Biggelaar: “Nu de consument steeds meer gegevens publiekelijk deelt door middel van sociale netwerken en digitale media en online adverteren onderdeel zijn geworden van onze levensstijl, is er bij de een blijvende zorg over de veiligheid en de bescherming van als die persoonlijke gegevens. Gezien het feit dat zowel cloud- als mobiele oplossingen zullen blijven veranderen is transparantie de komende tijd het sleutelwoord om het vertrouwen en de loyaliteit van de klant vast te houden.”

Bron: www.allepersberichten.nl

Langer vers en minder milieubelasting met BioBar folies

WBSO.biz

Bron: AgentschapNL

Resin heeft met subsidie van het programma Milieu & Technologie een folie ontwikkeld waarmee voedsel langer houdbaar blijft en dat ook nog eens hoogwaardig gerecycled kan worden. Kunststoffolie met BioBar bespaart de voedingsmiddelenindustrie bovendien verpakkingsmateriaal.

Resin is gevestigd in Enschede en produceert verschillende soorten granulaten voor de kunststofindustrie. Altijd op maat en altijd zo groen mogelijk. ‘Wij zoeken iedere keer weer naar een product met een minimale impact op het milieu. Hoe groener, hoe beter’, legt Piet Kock, bedrijfsleider bij Resin, uit. ‘Daarbij kijken we naar zaken als ingrediënten en de recyclebaarheid.’

Het geheim van BioBar folie zit hem in het gebruik van een en dezelfde polymeer voor alle lagen waaruit de folie is opgebouwd. De basis voor de folie is PP of PE. De middelste laag bevat additieven die voor een zuurstofbarrière zorgen. Vooralsnog heeft BioBar door de toevoeging van nanoklei een zuurstofbarrière van ruim 70% ten opzichte van PP of PE zonder additieven. Uiteindelijk wil Resin naar een zuurstofbarrière van ruim 100% door gebruik te maken van een extra additief; spore van een bepaalde schimmel. De productie van deze sporen is op dit moment de belemmerende factor, maar Resin verwacht in de toekomst grote hoeveelheden te kunnen produceren.

Doordat alle lagen in BioBar uit een en dezelfde polymeer bestaan kun je BioBar hoogwaardiger recyclen dan folies die uit lagen van verschillende polymeren bestaan. Deze laatste soort folies delamineert bij hergebruik, waardoor de toepassingen na hergebruik beperkt zijn. BioBar kan in principe weer tot folie gerecycled worden. Niet alleen is de folie hoogwaardig te recyclen, door de hoge zuurstofbarrière blijven voedingsmiddelen langer houdbaar. En dat zorgt weer voor minder voedselverspilling. Ook aan het begin van de keten is er winst. De meeste folies bestaan uit vijf of meer lagen. Om een folie uit meerdere lagen te produceren heb je net zoveel extruders nodig als dat je lagen in je folie hebt. Biobar bestaat uit maar drie lagen. Je bespaart dus niet alleen op grondstof, je bespaart ook nog eens op dure machines die een hoop energie verbruiken.

Meer subsidiemogelijkheden

Bent u ook met innovatieve ontwikkelingen bezig op het gebied van bijvoorbeeld polymeren, energiebesparing of andere werkgebieden, neem dan contact met ons op! U kunt interessante subsidies ontvangen op zowel de ontwikkeling van prototypes, onderzoek naar de technische haalbaarheid et cetera. Mocht u al iets ontwikkeld hebben, dan is er een kans dat u bovendien geen 20% of 25% vennootschapsbelasting hoeft te betalen, maar slechts 5% dankzij de innovatiebox. Neem contact op via [email protected].